Zo rond het jaar 1930 woonden er in de Maurik 11 gezinnen, die allemaal in eigen onderhoud voorzagen. Het Langven was er toen nog, en voor ons huis (Venweg) was ook een heel groot ven. Uit die vennen werd in die tijd nog turf gestoken en in de winter het riet gemaaid. Tien gezinnen moesten gezamenlijk aan pacht f. 2.50 betalen aan de gemeente, ieder gezin een kwartje.
Als het dan hard gevroren had en het ijs was sterk genoeg, dan werd er door de buurt gezamenlijk het riet gemaaid en naderhand verdeeld. leder kreeg zijn eigen part en dat werd dan klaargemaakt, in bosjes gebonden en aan de rietdekker verkocht. Ook het hout dat daar groeide, voornamelijk elzenhout werd afgehakt en aan de bakker verkocht voor in de bakoven. Lees meer….